Voorbeeld van de functie Format

Dit voorbeeld laat zien hoe de functie Format op verschillende manieren kan worden gebruikt om waarden vorm te geven met behulp van zowel benoemde notaties als door de gebruiker gedefinieerde notaties. Voor het datumscheidingsteken (/), het tijdscheidingsteken (:) en de letterlijke tekennotatie voor AM/PM is de feitelijke opgemaakte uitvoer die door uw systeem wordt weergegeven, afhankelijk van de lokale instellingen waarop de programmacode is ingesteld. Wanneer tijden en datums worden weergegeven in de ontwikkelomgeving, worden de korte tijd- en datumnotaties van de lokale code gebruikt. Bij weergave door middel van programmacode die wordt uitgevoerd, worden de korte tijd- en datumnotaties van het lokale systeem gebruikt. Deze kunnen verschillen van de lokale code. In dit voorbeeld wordt uitgegaan van Nederlands (standaard).

MyTime en MyDate worden in de ontwikkelomgeving weergegeven met behulp van huidige korte tijd- en datuminstellingen van het systeem.

Dim MyTime, MyDate, MyStr
MyTime = #17:04:23#
MyDate = #27 januari 1993#

' Geeft de huidige systeemtijd in de door het systeem gedefinieerde lange tijdnotatie.
MyStr = Format(Time, "Lange tijdnotatie")

' Geeft de huidige systeemdatum in de door het systeem gedefinieerde lange datumnotatie.
MyStr = Format(Date, "Lange datumnotatie")

MyStr = Format(MyTime, "u:m:s")    ' Geeft "17:4:23".
MyStr = Format(MyTime, "hh:mm:ss")    ' Geeft "05:04:23".
MyStr = Format(MyDate, "dddd, d mmm jjjj")    ' Geeft "woensdag
    ' 27 jan 1993".
' Als notatie niet wordt opgegeven, wordt een tekenreeks teruggegeven.
MyStr = Format(23)    ' Geeft "23".

' Door gebruiker gedefinieerde notaties.
MyStr = Format(5459.4, "##.##0,00")    ' Geeft "5.459,40".
MyStr = Format(334.9, "###0,00")    ' Geeft "334,90".
MyStr = Format(5, "0,00%")    ' Geeft "500,00%".
MyStr = Format("HALLO", "<")    ' Geeft "hallo".
MyStr = Format("Dat was het", ">")    ' Geeft "DAT WAS HET".